Hij kan zich niets voorstellen bij haar verhaal en dus lacht
hij maar. Het is zoals in haar versjes, ze

rijmen niet dus leest hij ze niet. Hij zit dan wel tegenover
haar en soms kijkt hij heel streng alsof dat enige

verandering teweeg zou brengen maar dan kijkt ze gewoon
terug. Ze slaat haar ogen niet neer. Hij maakt

aantekeningen in zijn hoofd en zal haar om uitleg vragen
maar begrijpen doet hij het nog niet. Wel gaat

elk verhaal eindeloos verder, vult hij de missende details
simpelweg in, ze laat werkelijk veel steken vallen,

broddelwerk, denkt hij, en lacht nog harder. Zij vermoedt
een verval van krachten en intellect, ouderdom

wellicht, seniliteit zelfs. Een man, niet van deze wereld en
niet creatief genoeg, en veel te traag. Volgende keer

zwijgt ze weer.