Het is de ultieme kerstgedachte, de deur in de nacht open te
doen en een bed te maken op zolder en thee te

drinken aan een donkere tafel met op fluistertoon de reden van
zijn komst. Het horen van de telefoon, het

beantwoorden van de vraag, het troost geven, een weerwoord
hoewel mager nog en dan de zachte pufjes vanuit

het trapgat alsof boven deze boomhut een reuze ster is blijven
hangen. In de hal zijn natgeregende kleding,

een rugzak, een pak kerstkransjes half aangebroken, plannen
voor de komende week. Natuurlijk, zeg ik.

En dan in de nacht het probleem proberen op te lossen, deze
wereld te laten draaien, hem te behouden, te

vrijwaren voor een volgende natte tocht en niet te vergeten dat
hij nu volwassen is en ik slechts tijdelijk hier.