Ze staan nog op het kruispunt na mijn boodschappen, de vrouw
krijsend dat ze hem heus niet haat, echt, je

krijgt zo een lekker bakkie koffie, zegt ze terwijl hij niets zegt,
met opgeheven armen naast zijn vriend staat terwijl

een vierde de ronkende auto bewaakt. Passanten maken een
boogje, de een heft een kartonnen beker in de lucht,

een ander denkt aan vrede rond de kerst. Zij gilt nog dat ze anders
op dit tijdstip nog slaapt, er ligt niets op de grond,

er druppelt geen bloed, de portieren in de auto hangen nog recht.
De laatste meters zijn voor open ramen, opzijgeschoven

gordijnen, remmende fietsers, een agent op een motor, een vergeten
kerstkrans in de winkel, een zuchtende sneeuwpop

die bijna alle lucht verliest op het stoepje van de slager, een hond
die zijn poot tilt op de brug, een veilige thuiskomst.