Zesendertig lampjes in een kerstboom buiten, zwart de
straat, alle deuren gesloten, de lucht leeg.
Door kieren nattige kou, een voet afgeleid door geritsel,
een droom nog niet over, het dorp de
cirkel van thuiskomen. Een kind opeens een baby weer,
een pand leeg op hem na, de zwaarte van
een keuze. Eerst als het lichter wordt blijkt iedereen levend.
Geroezemoes, een startende brommer, gemor
in de tuin, een scheur in de zwarte massa. Alle deuren open.
Dan ruikt het naar het bos, scherper
het afsnijden van klimop, spinnen rennen, guirlandes van
beweging, rode droge besjes die tikken als
opgepoetste ballen. Boven de haard de versiering, de route
naar toen voltooid, de maan aanstaande.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x