Iets van de onmogelijkheden die nog gaan komen probeert de
kleine al te combineren, zo is hij Kraai en zijn

vriendinnetje Eend en morgen spelen ze dat weer. Het is een
reeds uitgekauwd literair gegeven dat blijkbaar

al vroeg in menselijke handelingen zit besloten. De allerkleinste
heeft ondertussen alle handpoppen op de thee, ze

liggen slap en achterover op tafel en reageren niet op zijn hoog
geluid dat verwennerij en gastvrijheid behelst en

misschien ook een koekje voor hem. Zo was ik bij voorkeur een
vondelinge uit een greppel ergens ver op de

steppe en in gruwelijker tijden terwijl ik nooit als beest figureerde,
ik eindigde als lijk waar om heen de hele familie

weende terwijl Kraai nu de kruimels pikt en ze deelt met een
snaterende vogel die nu weer Koe heet.