Een afspraak in het park waar eerst een groepje vrouwen in op
elkaar afstemmende kleuren en opeenvolgend ritme

langs ons bankje trekken, daarna een kleuterklas die op elkaar
wacht bij het nemen van het pad langs de vlinderheuvel,

dan een man in trainingspak die zijn jas los ritst en zich gaat
optrekken aan een rekstok achter ons, gevolgd door

nog twee, drie van dat soort figuren die luid pratend hun oefeningen
doen. Dat alles onder lichte druppels, een grijs tussen

de bomen, een heel vroege ochtend, een koppel ganzen op het
grasveld, bekers koffie in onze hand, zittend op een

dubbelgevouwen boodschappentas, de krant, het haar langzaam
zwaar en zwart, losse honden die aan onze voeten ruiken en

baasjes met sigaret in de mondhoek en een koptelefoon op hun
oren. Zoveel meer afstand dan die anderhalve meter.