Steeds vaker wordt de ochtend verkozen tot ideaal moment
voor het uitwisselen van gedachten. De een

beweert het niet zonder een roze pyjamabroek te kunnen doen,
de ander zweert bij een appel in zestig stukjes,

zonder schil. De een zegt nog dat het voor alles gaat, vandaar
die ochtend, de ander heeft het over flarden van

dromen waarin hij geroepen werd, soms herken je zelfs in
het werelds lawaai je naam. Deelt de een

alleen het programma van de dag, de ander staat stil bij een
akkefietje in het verleden, noteert de eerste

alles op rijm, de ander springt met zijn woorden in het patroon
van een kat over het scherm. Geen van hen

heeft het over zwarte vogels aan de dakrand en niemand zwaait
naar de ander, daar weerspiegeld in het raam.