Eens in de zoveel tijd denk je aan een gedicht dat van de plank rolt
en in je armen springt en zich daar blijvend tegen
je aan drukt, regels die je bijna wurgen, woorden die je slaan, pauzes
daartussen die je je adem doen
hervinden, een cadans waarmee je alle hindernissen neemt. Altijd
een verrassing wanneer, een cadeautje vinden
in de voorraadkast, een briefje waarop het handschrift van je moeder,
een hard geworden stukje pasta aan het
keukenplafond, een natte lik waar je voor door de knieën moest. En
al die redenen waarom. Al dat uitstel eerst
en dan toch vertrekken of thuiskomen of nergens zijn en toch overal.
De palm van je hand tegen het raam tot je
je schaduw ziet en dezelfde hand die zich tegen de jouwe drukt en dan
de kracht voelen zonder dat het glas breekt.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x