Ze heeft nog nooit van deze klacht gehoord, deze keurig gekamde
vrouw, herintreedster van het onbesproken

soort, ze laat het me herhalen maar maakt geen notitie noch aanstalten
haar baas te waarschuwen, het zal wel

meevallen, hoor ik haar denken, mevrouw hier heeft het verzonnen,
er is eigenlijk niets aan de hand. Ze heeft zelfs

geen licht meewarige blik, valt ook eigenlijk in het geheel helemaal
weg tegen het lentegroene uiterlijk van

haar kantoor, de oranje draaikrukken voor de balie tulpachtige wezens
die zich laten bewonderen, de koffieautomaat

zojuist nog afgestoft en alle bekertjes netjes rechtop. Op de hoek van
de straat denk ik aan teruggaan en iets

omvergooien, een boze mail of een lange tong maken en of alle krukken
tegelijk zouden kunnen draaien en dan losschieten.