Elke keer dat mijn hoofd zich verplaatst, het haar in mijn gezicht
valt, zich weer terug laat werpen, ruik ik de geur
uit zijn verblijf, zijn lijf. Dit keer is het niet voldoende me te wassen,
het heeft zich opgeslagen in mijn cellen, mijn
huid, onder mijn nagels blijkbaar en zich verspreid. Straks krijg ik
krullen, voegen in mijn hoofd, lijnen waar hij ze
heeft lopen, flanken waar ik mijn handen in kan zetten en de botten
kan voelen en buk ik op tijd, ga buigend onder
al zijn poorten door. Nog even en ik leef in het water, wijs de zwanen
na, twee aan twee, vis met een emmer de vuilnis
op, trek het vlot binnen, nodig de schippers uit, poseer op het dek
voor de toeristen en laat de
zeemeerminnen binnen. Later zal ik plonzen en duiken, de overkant
niet ver meer, en elke zijde die van de zon.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x