Vanachter een raam kijkt ze me aan, zo stil verwijtend, licht
huilend als vroeger, haar koude handen
verfrommelen een zakdoekje, een geborduurd randje, een drupje
eau-de-cologne, ze loopt wat heen en weer.
Ze woont in mijn garage blijkbaar, achter het waterhuis dat de
voordeur heeft van mijn ouderlijk huis, hetzelfde
nummer in dik oranje emaille, een pad dat zich slingert en door
dat water gaat. Ze heeft net nog
voor ons gezorgd maar kan niet meer, een kan koffie staat per
ongeluk in de koelkast, brood ligt in de
wasmand. Mijn lief staat op de stoep en tikt tegen de ramen als ik
niet opendoe en al mijn kinderen spelen op de
vloer, ineens weer klein. Ik moet mijn moeder halen en til haar
onder mijn arm en zet haar behoedzaam neer.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x