Ze telt met haar duim hoe vaak ze nog moet en drukt op de pillen
in de strip, daarna roert ze die van vandaag door

het lauwe water en slikt. Ze kijkt naar buiten terwijl ze het gordijn
ophaalt, niets nog te zien. Dan noteert ze

no 537 en kleedt zich aan. Heel soms denkt ze eraan alles in de
vuilnisbak te gooien, het glas te breken,

het venster te openen en hard te gillen, ze wil de tel kwijtraken en
is er tegelijk bang voor. Daarom tikt ze ook

op de voorraadpotten in de vensterbank, de knuffels op de bank,
de cactussen op het tafeltje en de katten

om haar benen. Ze blaast tegen de foto’s aan de wand, het stof
op de lijstjes en telt op haar tenen de gele auto’s

in de straat en als het er te weinig zijn, de witten. Vaag teleurgesteld
dat er van haar lievelingskleur niets te vinden is.