Een volgende dag is het het taaltje van de kleinsten, het da en doe
en wijzen, het volmaakt Engels praten dat de oudste

nog bezigt en zijn bereidwilligheid tot vertalen, het aanraken op
vanzelfsprekende hoogte en wisselen

van mijn stem die over broomstick en wits en koeien en hooi gaat,
desgevraagd altijd meer. Zelf hang ik

boven de weilanden, mist in flarden boven het laagland, nog zo vroeg
dat mijn gezicht in de ramen weerspiegelt.

Op okidoki heeft de andere oma patent, try something else, zegt de
wijsneus, I use like, zegt hij. Een raceauto fixen we

met fluit en keukengerei, een wc-papiertje is ook voor je neus en
mijn gekookt ei is net iets anders dan dat van zijn

mamma. Dan hangen ze boven mij en kijken waar de zon blijft en of
er al een gat in the cloud is, de gezichten in de mijne.

 

Alkmaar-Haarlem, 22 oktober 2019