Soms wil ik de anonimiteit van de snackbar, de chauffeur
met alleen zijn slaatje en het plastic vorkje, het

nieuws dat van rechts naar links voorbijtrekt op het scherm
boven het aanrecht, de toerist die twee bij

twee met de vinger aanwijst, de tijdschriften die uit elkaar
op het eerste tafeltje liggen, de parasol half om

en de brommertjes die nooit meteen starten, met de bakken
achterop nog leeg. Een vale poes die in afwezige

zon zich rolt en rolt en een wc-deur die altijd op een kier
is blijven staan en het gesprek dan stokt op

uitbreiding, gemeentetoestemming, geen tijd voor het kind
en die geur hè die tot in de poriën trekt. In

plaats van meenemen en flink doorlopen, zou ik daar moeten
zitten tot hij sluiting overweegt en eeuwige korting.