Mevrouw E. zit anderhalf uur in de tuinzaal op een activiteit
te wachten die niet komt, net voordat we tot een

volgende keer zeggen schuifelt ze naar binnen en voegt zich
verontwaardigd tussen ons maar ook hier is ze

niet op de juiste plek, niemand die haar kent. De gastvrouw
duwt haar zachtjes naar buiten en gaat op zoek,

alleen mevrouw Z. schudt haar hoofd. Op haar schoot zit Lola,
de namaak poes die zelfs haar bekje kan openen en

miauwt, haar oogjes rolt en spint. Eerst als Lola het goedvindt,
kunnen we beginnen. De heer B. doet

een heel zacht geluidje tussen spinnen en huilen in en maakt
zijn excuses, ik weet niet, zegt hij tegen niemand

in het bijzonder, of jullie wel blij zijn met mijn gezelschap. De
zon schijnt overweldigend maar dat is in de tuinzaal.