Een ochtend de gordijnen open te schuiven als niemand het
nog ziet, het grote bloot onzichtbaar, het

vel nog niet wit oplichtend, ruiten nog vol regen, bomen als
staketsels van gebouwen roerloos bijna en

geluiden nog nergens en dan vanuit het bed langzaam dingen
duidelijk zien worden. Contouren in je kamers die

een voor een onthullen wat zij waren, gisteren nog, vlagen
koude lucht spelen met de attributen, een

auto zet zich bijna in beweging op de vensterbank, iets of
iemand sluipt door je vertrek, de ochtend die

steeds groter wordt. Dan af te tellen hoelang nog, misschien
tot de smalle strook licht nog net de route tekent

naar je werktafel, deze beweging achter het scherm bijna al
oplost in die van de grote wereld die ontwaakt.