Hardop deed ik het vroeger en bij voorkeur in bad terwijl ik
me uitstrekte en dreef bovenop het hete water,

de geur en kinderstemmen door de spleet van de open deur,
een restant maaltijd, soms een hongerig dier.

Chronologisch en samenvattend en altijd geruststellend, althans
dat was het gevoel bij het terug horen van

mijn avonturen die door zachte stem en licht deinen in ieder
geval overleefd waren. Voors- en tegens,

zoals poses voor een raam terwijl ik afgedroogd op hem wachtte,
mijn silhouette, het huis donker, kleine

pufjes vanuit warme bedden, altijd een auto die stopte, een deur
die sloeg en zachtjes gegiechel in de gang. En toen,

zou ik later herhalen, deed ik dit. Nu schrijf ik het slechts, met
heel soms een liedje in de nog steeds donkere wereld.