Een lezer brengt mij mezelf: jong nog, vol
bravoure, grimmig en soepel hoewel

alleen in de ledematen en gewrichten, het haar
rechtop en blauw, schaamteloos

de borsten, schuldig het gedrag. We grinniken.
De schrijver heeft dat zo gewild.

Vervolgens willen we haar terug, vooral die
lenigheid, een plukje blauw zou ook

niet misstaan, bungelend onderaan de grijze
slierten. Het lijkt nu alsof alle

avonturen alleen op het whiteboard staan, strak
maar uitwisbaar alvorens, slechts

terugkomend in dankwoordjes en jaarverslagen,
dronkenmanspraat en tegeltjes, afneembaar.