Overbodigheden bij die beelden haalt hij weg, rafels
zijn het, afleiding en onzin. Uren schuift hij
zijn vingers langs vissen in het water, zilverachtige
sporen, bloemen in een perkje, een fietser
dwars door de stilte, hij zet de camera opnieuw op
zijn onderwerp scherp. Het lint van
het leven, de ronde om de kerk, haar marmeren dijen.
In een klein doosje verzamelt hij de feiten
vervolgens, als ik nu maar dat doosje zorgvuldig bewaar,
toch zijn zomaar al die gekozen fragmenten
net zo teveel als al die woorden die ik in een papieren
pakje stop. Er zou geluid bij moeten
zitten, hartverscheurend, krijsend, of een jurkje dat mij
helemaal bedekt en een haan op de toren.
elbert gonggrijp
31 maart 2018 — 12:05
Prachtig. De ene kant de kunst van het weglaten, de essentie tegenover het precies willen vastleggen en vertalen en dat dan niet kunnen. Het staat er allemaal voor mij….
Lieve groeten van mij