Hoewel ongelijk verdeeld, altijd een balans zoeken. Het
haar een lichtend voorbeeld boven het zwart verschijnen,
de voeten zo vergroot dat ze zichtbaar zijn nog onder de
verzwaarde borsten, de benen in

cadans, losjes de handen alsof een liedje gezongen wordt
terwijl het weinige van waarde vastgehouden is. Soms
torent zij boven alles uit, de houding, hoort zij zeggen, de
houding is altijd het belangrijkste van

het hele gaan. Binnenkomen, weggaan, tussen beide komen.
Dan daarna de geur van haar parfum, haar lijf, de zomer die
vochtig om haar heen hangt, haar

gerechten, de ene keer zoet en licht, de andere keer gekruid
en zwaar, gulle bedenksels, giechelende fantasieën, leunend
tegen je zwijgende onbeweeglijke statuur.