Dat komen en gaan, dat tersluiks nog even meepikken van
opgestapelde traktaties, dat warm na garen in

de boodschappentas, de bus die zich slingert door de dorpen,
dat verzamelpunt, dat torsen van haar inhoud, dat

vol eigen interpretaties, dat nieuwe resultaat, dat vrijgevig
gedrag, de schoenen vol zand, dat zomaar

opnieuw verteren, 38 zegt de mevrouw voor mij, dat oordelen,
dat vertrekpunt, groepjes koeien in

het weiland achter de bomen, die naam, dat nog even zeggen,
dat uitleggen van de toekomst, dat bewust van

niets zijn, dat, ik wist dat het er veel waren, zegt zij terwijl
zij zich omdraait, maar 38! en dan nu, dat

terugzetten, dat plakkerige gevoel tussen, niet tot honderd
komen, niet tot tien, tot mezelf misschien.