Ik lag in mijn kinderbed, de wollen dekens, de
gehaakte sprei, toen de dichter naast mij
schoof. Ik deed alsof ik sliep. Behoedzaam legde
hij zich neer. Toch voelde ik weer
later de arm over mijn mond, het bijna missen
van mijn adem terwijl mijn lijf zich
niet verzette tegen het in staccato doorboren van
het vlees, ik wilde alleen die druk op
mijn gezicht weg en draaide en duwde. Alsof het
woord toch een teveel was of
poëzie niet als liefde kwam maar als daad van
bezit, overweldigend en buiten mij
om, het schreeuwen mij belette, dominant mij daar
bracht waar ik niet had willen zijn.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x