De dood zat op zijn hurken, net in het schijnsel van het
felle theaterlicht, de dichter wees onze schuilplaats,
ik verkoos de zwarte piano en de stoffige vloer, slikte,
wist een week niet hoe nu verder en of
we wel tevoorschijn zouden komen weer behalve in dat
vers dat hij, monotoon en dreigend, herhaalde.
Na drie dagen probeerden wij het. Weer drie dagen later
rijmde heer op beer, boer op stoer, heg op
weg. Er lagen drie dorpen tussen, een spoorlijn kruiste
mijn handeling, er zat nog stof op mijn jas.
Terwijl hij opstond en me aan mijn benen tevoorschijn
trok, scheen de zon. De toetsen bewogen uit
zichzelf. Betekenis te geven aan dat soort schijnbewegingen,
taal als poging, zowel onbeholpen als doeltreffend.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x