Kijkend in de donkere straat waar voorwerpen langzaam
wit worden en voertuigen roerloos in
de rij staan, wachtend tot mijn scherm oplicht en het
kind zich meldt, het knerpen van sneeuw,
de vlugge stap in het trappenhuis, biddend tot de God
uit mijn jeugd, een figuur die zich
losmaakt uit de strenge rij beneden mij en zal zwaaien
als teken van, wetend dat hij nooit meer
ontbreken mag, de open mond mij afwachtend, gulzig en
zich uitstrekkend tot mijn liefkozingen,
strijkend over de koude en zware armen, is tijd opeens
net zo’n zinloos begrip als liefde: dat iets
dat je kreeg je tegelijkertijd ontnomen wordt omdat in
dat houden van altijd verlies besloten ligt.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x