Steeds duidelijker tekent het nest zich tegenover mij
in de kale takken van haar onderkomen, alsof het
trots aan wil tonen dat het als enige

stand heeft gehouden en nu ook dit laatste seizoen
zal blijven hangen. Halverwege het raam reikt het
ver boven de daken en de lichtrode

streep die boven rookpluimen en laatste bomen deze
morgen als een belofte getrokken is. De lege lucht
toont wat lichtjes en wuift wat koude

in mijn richting. De bouwplaats steeds leger, ook
daar zwarte contouren die duidelijker hun orde tonen,
tuinen die reeds klaarliggen onder

fluitende bouwvakkers die de laatste handelingen
trager verrichten. Als straatbewoner, zeiden zij, heeft
u profijt van deze netheid. De

bevroren was van de achterbuurvrouw staat keurig
boven de drie vuilniszakken, plastic bloemen wiebelen
zachtjes, op straat dan

een verlaten kinderwagen, een schoen, een tapijtje,
koude neuzen van een meisje en een hond, aangelijnd
aan de lantaarnpaal, gerangschikt naar grootte.