Alles dat je ooit gezien hebt, komt terug. De draden die
ik langzaam trekkend uit de zijkant van

mijn borduurwerk haal, veranderen in slierten spaghetti
zodra ze op een hoopje liggen, wijzigen zich in

dikke kabels waarover struikelend mijn uitgang versperd
wordt, hangend uit de camera’s waarmee hij mij

vastlegt. De buik van dorpsgenoot K. is de kleurloze ballon die
ter felicitatie overzee gestuurd wordt en haar

langzaam stijgen gaat evenredig met zijn ademhaling, zijn
lang rood haar daarboven vormt het Happy van

de vrolijke letters. Ik dacht dat ik hem vergeten was maar
zomaar staat hij daar aan het graf naast het mijne.

Ook dat zag ik eerder. Een weggeschoven kind als een
omgewaaid twijgje dat nog met

leren band aan de vader hangt. Verlies en trouw hebben
dezelfde natte beer met dichtgenaaide ogen.