Alsof je de zolder opruimt en ook nog de kinderkamers
van toen, nog even stilstaat bij

een verweesde knuffel half onder de kast, een dode kever
op zijn rug, een half kleurpotloodje en

zakdoekje met initiaal, zo voelt ook dit afscheid. Zeker
is dat je spijt krijgt van het voorjaar,

het vrije gevoel dat een besluit met zich meeneemt, de
liters groene zeep die je zo kwistig

in alle hoeken werpt, de ijver waarmee je alle sporen wist.
En het is herfst, je loopt allang met je benen

schoppend in de bladeren. Je had zelf de letters gekozen
waarmee je het lijkje optilde en als je

een kruisje sloeg, mocht hij best door de wc gespoeld. Je
huilde niet om hem per slot van rekening.

Er waren nog twee kamers te gaan. Je zou een toren bouwen
van lege dozen. Hij zou vallen.