Steeds meer word ik mijn moeder. Vanonder mijn
dikke glanzende plooien verschuilt zich haar

tanig vel, bruin door de zon, witte strepen in haar
nek alsof ze daar alvast aan hing, lijdend

aan dit leven en alles dat haar was aangedaan. Ook
wel schaterde ze maar het liefst

regelde ze alles en ieder kind en hield ze hen in haar
huis gevangen met allerlei lekkers en

verwijzingen naar de boze buitenwereld, een beetje
zoals ik haar nu onder mijn rokken draag.

Haar veelvuldig missen was een koelkast die niet
meer vol hoefde, alleen het hoekje van

de tafel dekte zij waarachter ze dan kaarsrecht haar
houding bepaalde voor de volgende lege dagen.