In de droom zijn ze bloot en komen schielijk door de deur
terwijl ik preien snijd op lange houten bladen.
Katten liggen opgekruld in een overvol huis waar doeken en
kunst van de muren vallen. Bij het
wakker worden weet ik wie er woonden en ook hoe ze eens
bij mij aten terwijl hun schilderstukken kleefden
tegenover onze tafels. Naar elkaar buigende gesprekken en
grote pannen herinner ik mij. Het giechelend
passen van mijn truien, papiergeld tussen mijn borsten. Het
waterhuis omsloot iedereen. Het zal
de verlaten status zijn die haar overviel, de treurwilg die op
de dag van vertrek doormidden spleet.
Het zal het licht hier zijn binnen de kleine ruimte, een honger
die in de leegte op speelt.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x