Heel diep nadenkend kom ik misschien tot
onder de dekens waar hij in badstoffen pyjama
op mij wachtte, tenten bouwde en

in vreemde talen mij gidste over het vakantie
terrein. Meteen keer ik weer terug, het huis
warm nog maar verlaten. Gelach

elders. We zijn een stuk gelukkiger als we
niet nadenken. Toch kleeft aan mijn handen de
donkerrood verwassen stof die

op zijn bleke huid rustte alsof ik nu pas hem
bevrijd. Hoe gewichtloos het bestaan boven ons.
Niet te weten wat ik droeg.

Niet te weten wat hij zich herinnert. Van elke
gebeurtenis een nieuwe foto waartoe hij op
stoelen klimt voor het overzicht en ik

slechts mijn ogen toeknijp en klik zeg. Zachter
het materiaal, dieper de kleuren maar de taal
mij nog steeds vreemd.