Nu vogels uit de lucht te plukken zijn als witte
losgescheurde vellen die we – juichend
zo vermoeden wij – omhoog gooiden eerst waarna
we snel plat gingen liggen om te kijken naar
hun wervelwind, en wij voortdurend in een zee
drijven die kalm al onze ramen vult,
zonder ooit te zullen verdrinken, moeten we misschien
voorzichtig beginnen met leven.
Vallend even gracieus onszelf vertragen en zwaaiend
bijna, de zilveren randen kantelend,
veel hoger dan we ooit waren, vergeten hoe we daar
beneden waren. Reikhalzend wachtend nog.
Aanraakbaar nu, gulzige handen, wendbare wieken,
koket gedraai. Schaterend geluid.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x