Onbezochte plaatsen als die, linksom onder de
oksels door, het is geen vakantie, zeg

je, geen hoogseizoen, er valt eigenlijk niets te
zien. Opeens ben je van

de kaartverkoop, scheurend langs de stippellijn,
verboden strookjes op de grond te

werpen. Opeens ben ik van de attracties, hangend
in de wachtrij. Hoe anderen dat doen is

niet interessant. Ik heb eigenlijk alle dagen vrij,
zeggen we, of hoe werk een

substituut is voor eenzaamheid. Een volgende
keer beloven wij. Handen klem onder

de armen, nagels langs een halve maan, zon
onder boven een eiland.