De kat klaagt nog steeds dat de vogels niet landen
terwijl ik door de vensters praat met dezelfde
kraaien, tuimelend aan de takken nu, luid krassend
en eeuwig zwart. Het kind haalt
lange zinnen uit, zingend over zijn naamgenoot in
een Bijbels vers, mythische proporties
aannemend. IJl blijft het diepe geluid me achterna
zweven, ik spring van de laatste treden,
de deur sluit zichzelf, even zwaar ons gemoed. Wit
de straten nu, bocht na bocht het water
vliesdun, ongeschat onverminderd ongestild. Meeuwen
die glijdend veel groter lijken en hij,
zonder jas, daar achteraan. Dit is de mooiste versie,
zegt hij, en schalt door de ruimte.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x