Daar waren geen zuigende geluiden, geen flitsende
beelden, geen gezamenlijk hoesten of luidkeels
commentaar op vriendin, voetbalwedstrijd en

laatste aanschaf, daar waren geen deuren die heimelijk
gesloten bleven als men langskwam, geen tochtende
vertrekken als men tiktokkend de trappen

nam, geen vallende gordijnen die opzij geschoven
zestien cactussen op een rij vertoonden of muizige
gezichtjes boven een bord pap, moeders die

ramen lapten terwijl mannen afwezig bleven, auto’s
die een week lang scheef in het vak bleven staan
waarlangs een plastic kinderstoeltje, krijt-

strepen waarover men ‘af’ is, een plastic zak met
bobbelende inhoud, postbodes die zingend halverwege
kwamen en deden alsof ze de laatste

meter het pakket gooiden; daar viel ik in het laatste
gesprek tussen laatste mensen die op langzame toon
geheimen fluisterden waarvan ik er een was.