In de beperkte ruimte tussen ons ademt zich
dezelfde lucht, gefilterd nu door
tijd en kind en al het land daarbuiten. Mensen
trekken hun jassen uit ondergronds,
haren waaien in de haastige gangen, kerstjurken
staren boven harde kuiten en hakken van
ijspegels naar onzichtbare gezichten uitgerekt
in het glas er tegenover, flitsende
herkenningsstrepen als gillende sirenes, de
ene voet voor de ander. Toen
zou ik mijn hand in de zijne hebben gewrongen.
Hij zou geweten hebben waar
ik aan dacht. Nu vormt zijn kleine mond het
volgend station en stap ik uit.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x