Van de reizen die hij niet maakte, schreef
hij wonderlijke verslagen.

Zo keek hij in de duizelingwekkende diepte
van glooiende met zon beschenen

dalen, gleed over de haarspeldbochten met
slechts één hand aan het stuur en

zat naast hem een hondje van onbekende
signatuur met zijn poot uit het raam.

In werkelijkheid reed hij de degelijke auto
over de net bevroren plas helemaal

tot aan de overkant. Het risico was ongehoord
en het fotootje ‘denk aan ons’,

met plakband op het dashboard, werd voor
straf weggehaald. Wij waren meer

waard dan ongewild verzeild te raken in een
avontuur waarvoor hij al gezelschap had.