Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

gisteren

Soms kan ik verlangen naar de jeugd die hij
me schetst: hoe Roland Holst koffie placht
te drinken bij het haardvuur waarin

zojuist een Min de kastanjes pofte of hoe zijn
vader in een ambtenarenspeech onbekende
regels van Nijhoff aanhield,

hoe hij opgroeide kortom in de veilige warmte
van woorden terwijl wij mee stonden te zingen
met het Johannes de Heer waarachter

mijn vader, met voeten te groot en handen te
zwaar, de wijs hield op het harmonium waarop
de kandelaars doorbogen onder het

gewicht van zwarte kaarsen die nimmer mochten
druppen. Hoe kortom de wensen van mijn lieve
ouders wel aanwezig maar nooit

helemaal uitgevoerd werden tenzij op een rustige
maandagmorgen waarop mijn mamma stofzuigerde
met Jules de Corte op de achtergrond.

Dat zij daarbij alles een centimeter verschoof was
lang het enige euvel dat mij hinderde, zij zong
veel vrolijker dan wij op die zondagmorgen.

 

 

« »