We dekken elkaar toe. We zijn wat trager.
We zeggen dat we iets doen speciaal

voor de ander of alleen zelfs voor elkaar.
We glimlachen erbij. Een vorm

van aanpassing die je alleen maakt omdat
je ouder wordt, niet alleen

wilt zijn. Je noemt het ‘weten wie je bent’
of volwassenheid, er is een bepaalde

groei bereikt. De ander knikt maar weet
het eigenlijk niet zeker, wel

van zichzelf maar niet van en ach, zoveel
doet het er niet toe. Speciaal

voor de ander werkt ons brein wat trager
en dekt het misverstand toe.