Dat het net leek alsof ik altijd, zweeg ze even,
zo ver in alle uithoeken van dit land

en misschien ook wel daarbuiten, dingen deed.
Ze dacht aan de afstanden en alle bruggen,

ik aan het ene gesprek deze week en hoe de
groenteman zijn handen door

de spruiten liet gaan, ze bijna in de lucht gooide
teneinde het nieuwe seizoen te vieren.

Ontkennend ging het over dezelfde waar: hoe
te verlangen naar iets dat dichterbij stond

en zoveel gezonder zou zijn, twintig meter
verderop en met vuisten zo grauw

en barsten van een winterse kou en luchten
binnen handbereik en zwijgen, dat ook.