Iets niet doen is niet eens zoveel geruststellender dan iets wel moeten.
Schuldgevoel, zelfs schaamte, en onzichtbaar willen

zijn tijdens en toch die opluchting en die grijns in onszelf. Zo zijn we
een hele nacht vreselijk verdwaald, alleen vanwege al

die papiertjes in onze jaszak waarop de route naar een volgende afspraak,
we roepen zelfs hardop om hulp en het zou best kunnen

dat we een gesnik horen want werkelijk niemand verstaat ons en alle
wegen lijken op elkaar maar komen ons niet bekend voor.

Pas halverwege de nacht komen we thuis, een besluit dat hetzelfde is
als toch uit het bed tevoorschijn komen, uit onze

schamele boomhut, in onze vrolijk geruite broek, oorbellen nog in de
vuist maar straks bungelend zoals de laatste tak voor het raam,

en nieuwe stappen makend, alleen gooien we alle kladjes die al in elkaar
gekreukeld zijn, met een boogje in de prullenbak.