Wat kunnen we meer doen dan handen houden? De hare koud,
de mijne warm. Zij is te groot om op

schoot te trekken, ik te zwaar om op de hare te gaan schuilen,
haar lippenstift de hele dag al op mijn

wang. We nemen extra slagroom op de enorme hap appeltaart,
proeven amandelspijs en kaneel, de zon op de

rug, tassen op de stoel ernaast. Als zij moe is, zegt ze dat ik het
ben, als zij het druk heeft, meent ze dat ik het

druk heb, zij zucht en slaat haar ogen naar boven, een ballon laat
los uit de handen van een kind. Ik vind het zo leuk

allemaal, zegt ze dan nog, maar opeens is de tijd beperkt, het spel
misschien bijna afgelopen en ze weet nu pas

hoe het moet allemaal. Ik denk er niet over na, niet over dat spelen,
wel over haar en tik tegen haar knie, neem nog een hapje.