Sommige dingen zijn te groot voor ons. De drukkende warmte
tussen de bomen, de vergadertafel buiten, de

dreiging van buitenaf, liefde, de vlag op het terrein, de rode lijn
uit alle perrons, de angstaanjagende stilte tussen

toen en nu, alles dat we ons herinneren, het spiegelende water en
dat nooit ingeloste heimwee. Als je door je knieën

gaat lijkt het dichterbij, de kever op het blad, de mier onder de
tegel, het spoortje water dat vanaf de straat de berm

inloopt. De achterbuurman in zijn afzakkende zwembroek in het
kinderbadje, het leven van de heer S., de meeuw

op de lantaarnpaal, de inhoud van de buurt uit de uit elkaar gescheurde
vuilniszak, hoe iets nog achterblijft, de afspraak met

jezelf, daar waar je aan denkt in de nachten, de kleur zwart, het
klamme laken waarin je benen verstrikt raken, de zon.