Het zijn vooral de handen die ik mis, de ruwe huid die zich
warm om me heen sloot, me bij het oversteken
hielp terwijl ik toch niet klein meer was, de armen die me
hielden, onvermoeibaar en gespierd mijn kant
kozen, het lijf dat gloeide en onrustig in me bewoog, gehaast
en trefzeker, en de vracht krullen die altijd een
voor een leken terug te vallen en dan naast mij, zoals ik mijn
eigen beweging mis, het met de vinger natrekken
van zijn sporen en het suja, suja zingen bij elk verdriet, het
leed onpeilbaar en altijd weer opnieuw aanwezig,
daar, ergens, tussen, het steeds opnieuw verlangen naar, een
aanloopje naar zijn lichaam terwijl ik niet echt
rende maar behoedzaam de passen nam en lachte, zoveel lachte,
en dan de herkenning van heel ver, daar, dat, hij.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x