Terwijl wij nog nadenken over een dagje vrij reizen, vliegen de
bloeiende pruimenbomen, shrines, donuts en bullet

trains en kommen met ramen ons om de oren, vergezeld van tinkelende
belletjes, tempeltjes, gondola’s en een breed grijzend kind,

dat plotseling in beweging is gekomen. Terwijl wij nog op één been
staan en ons evenwicht bewaren in een simpele oefening,

beklimt hij bergtoppen en zodra wij aan het werk zijn, reist hij naar
een volgende hotel, eentje met hete baden bovenop het

dak of hij verschijnt in een kimono in een net te lage deuropening.
En steeds weer die grijns. We wisten niet eens dat hij

foto’s kon maken. In die Ampharos-tram willen S. (8) en L. (6) ook
wel, een stop bij een Pokémoncenter is verplicht.

Wij denken aan een museum hier in de binnenstad of nog even een
half uurtje onder de dekens en nemen het tweede been.