Misschien is deze stad op haar best met een dun laagje sneeuw
over haar daken, poedersuiker op het restant oliebollen,
een scherpe wind tegen haar gevels en wij daar tegen, schuilend
voor de laatste ballen die uit de bomen dreigen te
vallen. Misschien zijn wij op ons best in de veilige omheining
van zwart fluwelen gordijnen, eindelijk thuisgekomen
en kussend alvorens we de drie treden nemen naar het hogere
zelf, scharrelen tussen de apparatuur en alles op lengte
afstellen, onze voordracht ons voorbeeld. De voeten dan weer
uit elkaar, dan weer kleine pasjes makend, zelfs op de
knieën liggen we neer, de veters gestrikt, de kreukels in onze
gezichten weer glad. We zijn koning, vorst, vos,
behoeder, adellijk, legendarisch, verlegen, we zijn het laatste
vuurwerk dat tot over de kerktoren springt en knalt.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x