Deze ochtend vraagt om meer tijd, wacht nog even, flemen zij,
het gordijn is neergelaten, in de huiskamer

ligt een eiland te dampen in de zon, jongetjes peddelen naar de
overkant, of ik meewil? Warme lucht uit de opgeblazen

bedden, Dagobert Duck telt zijn munten, er blinkt goud, de gang
ruikt slaperig en zoet, het brood moet nog

gebakken worden. De kerstbomen worden wiebelig, de naalden
vallen spontaan uit, als je al onze tekeningen

aan elkaar plakt, komen we op de Noordpool, laten we het breigaren
gebruiken. Waarom is je huis gekrompen, oma?

Onze benen bungelen vanaf de boot, dan hijsen we de vlag, klimmen
op de stoelen, er is een schoot vrij. Zal ik

op het knopje drukken? En met het lawaai uit de keuken is de tijd
voorbij waarin, o nee, met een aanloopje dan? Nog even?