Ik ben niet zo heel erg bang, zegt hij, eigenlijk ben ik een
beetje opgelucht, het is gewoon duidelijk, einde

verhaal en dus mompel ik iets van missen maar niet zo heel
hard, dat missen wel maar dat, nou ja,

en dat zijn lief er natuurlijk moeite mee heeft, logisch, en
ook dat het niet betekent dat het meteen morgen

al gebeurt, dat weet je gewoon niet en dus eten we gewoon
de taartjes die hij met één hand los

fietsend meenam, negeren zijn misselijkheid, soms, en staan
nog even stil bij de kunst hier aan de muur en zijn

kunst en dan denk ik toch hoe hij best wel met die ene losse
hand en die doos met taartjes gewoon geschept

had kunnen worden door zo’n foute te snelle chauffeur maar
dat had natuurlijk heel veel troep gegeven zo onderweg.