Maar dan staat het er, zei mijn moeder. Een licht verwijt naar
mijn vader die alles dat hij verzon, opschreef

en ook alles dat hij niet verzon. Dat laatste was het moeilijkst.
Dat bleef bovenin de la liggen en in zijn hoofd.

Iets dat je opschrijft, lijkt waar maar niets van zijn verzinsels,
ook niet die over liefde, gebeurden echt.

Net zoals de tranen aan het aanrecht en zijn plannen tot het
verbeteren van zijn gedrag, karakter, zei mijn moeder,

het was allemaal een kwestie van karakter. Handenwringend
spijt betuigen voor een heel avontuur, beloven dat

enzovoorts. Die liefde. Soms denk ik dat ik teveel op hem
lijk, de badinerende stijl, de onderhuidse spanning,

het fantaseren, en tegelijkertijd wijs ik, zoals mijn mamma,
op het zwart-witte van al mijn letters, die waarheid.