Voor Alja

Vanuit de boomhut het krieken van de dag, het vuilnis bij de weg,
het starten van een auto gewoontegetrouw, de holle stappen in
het trappenhuis. Hoe B.D. in hart en nieren telkens de Nobelprijs
voor je zingen zal – een repertoire van hese klanken.

De kleinkinderen op schoot, een kussengevecht, zelfgebakken taart –
de dichters hun toegewezen plek – iedereen komt zeker aan de beurt,
wees gerust, maar op tijd is op tijd. Het voorleesboek, ieder zijn
karakteristiek, ieder zijn eigen eigenaardigheid.

Hoezeer dan toch altijd die ouders ooit – een advies, een standje,
een woord ter troost – als om de hoek, voorbij de kerk, achter
het hek, het welbekende dorp. Zoals alles toen, toen je ze nog
steeds besefte – zo dood nu, maar levendig van toon.

Een schilderij over de daken van de stad heen gekeken –
zoveel jaren ouder, zoveel jaren jarig – elke dag anders
in woorden gezocht tot de morgen weer zijn juiste
plek heeft ingenomen –

(c) Elbert Gonggrijp
Egmond aan den Hoef,
zondag 11 februari 2024