Foto’s van een sliert kinderen op een bergje, hand in hand in
hand, ruggetjes in regenjasjes, voetjes in laarzen.

Ze lachen, dat zie je aan die hoofdjes, terwijl de lucht grijs en
zwaar is. Elke dag even te weten waar ze zijn

terwijl het zo ver bij mij vandaan is, alsof ze verdiept in hun
boekjes in de kamer zitten en na drie keer roepen

nog niets horen. Net zoals ze als baby’s met een zee tussen mij
in geboren werden en ik uren moest reizen alvorens

ze in mijn armen te houden, oefende in het zwaaien naar een
scherm en het geluid van hun giechels pas na

drie minuten of vier kon horen, en dan nog later hun stemmetjes.
Jaren die wegvielen zodra ik ze kon ruiken, voelen,

afstanden die niets meer zeiden zodra ik via de zoldertrap te
bereiken was, liefde zoveel groter dan ooit gehoopt.